In het verborgene

Als Jezus spreekt over geven, bidden en vasten, dan valt het op dat Hij over al deze drie onderwerpen hetzelfde zegt: ‘uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden’ (Matth. 6: 4, 6 en 18).
Wanneer het op geven, bidden en vasten aankomt, gaat het God er dus vooral om wat ik zeg en doe op de plekken waar niemand mij hoort en waar niemand mij ziet.  De verborgen plek bepaalt de waarde ervan. In het verborgene, diep in mijn hart, is vastgelegd wat de werkelijke intenties zijn. Het is de plek waar het zaad is gestrooid en uiteindelijk zullen aan de oppervlakte, in het openbaar, de vruchten zichtbaar worden. Want de Vader zal het in het openbaar vergelden.

De Vader ziet in het verborgene. Hij heeft Zijn Geest in mij gelegd, om mijn hart te doorzoeken. ‘De Geest immers doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God’ (1 Kor. 2: 10).
Soms denk ik zelf heel goed te weten wat mijn motivatie is om te geven of om niet te geven of waarom ik bid en vast. Toch zegt de bijbel: ‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden’ (Jeremia 17: 9-10).

‘Arglistig’ betekent ‘bedrieglijk’. Mijn hart kan mij bedriegen. Ik kan mezelf dus voor de gek houden. Ik kan geloven dat ik oprecht en eerlijk ben, terwijl er diep verborgen een andere motivatie kan zijn. Dat is best een enge gedachte. Daarom heb ik de Heilige Geest nodig om mijn hart te doorzoeken. Om mij bekend te maken wat mijn werkelijke beweegredenen zijn.

Ik begrijp steeds beter waarom David Psalm 139 eindigt met de woorden: ‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg’.
Met dat gebed sluit je de deur voor valse intenties, huichelarij en oneerlijkheid. Want ik merk hoe snel onzuivere gedachten binnen kunnen sluipen. En uiteindelijk zal alles toch zichtbaar worden, want de Vader zal het in het openbaar vergelden. Is dat een dreigement? Nee, ik denk meer een geestelijk principe van ‘wat je zaait, dat zal je oogsten’.

Daarom wil ik geen ruimte geven aan onkruid in mijn hart. Het moet met wortel en al verwijderd worden. Ik dank God dat Hij de Heilige Geest in mijn hart heeft uitgestort om het zuiver te houden. ‘Ga Uw gang maar Heer, maak ruimte in mij’. Als ik dat blijf bidden, dan zullen mooie vruchten zichtbaar worden. Want:
‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben’ (1 Kor. 2: 9).

Plaats een reactie

Boek 'Als God Spreekt'

Nu verkrijgbaar:
Bijbels dagboek 'Als God Spreekt'