De deur naar vrijheid

De tegenstander van God wordt in de bijbel een dief en een rover genoemd. ‘De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan’ (Joh. 10: 10). Dat is wat hij voor ogen heeft; om alles wat God gemaakt heeft te vernietigen. Het volk Israël was weggevoerd uit eigen land en leefde in ballingschap in Babel. Ze waren als buit in de handen gekomen van een gewelddadige koning en in gevangenschap gezet in een ver en vreemd land.

Het staat symbool voor hoe mensen van God zijn weggevoerd. De vijand van God heeft hen gevangen gezet in het web van hun eigen denken. Vanaf het begin heeft hij zijn leugens bij de mens ingefluisterd. Ze zijn tegen God opgezet met waanzinnige denkbeelden dat zij gelijk aan God konden worden: ‘de dag dat u daarvan eet zullen uw ogen geopend worden en u zult als God zijn…’ (Gen. 3: 5).
Het maakte dat de mens een toren ging bouwen waarvan de top in de hemel zou reiken. Dat is de leugen van Babel; dat de mens voor zichzelf een naam wilde maken (Gen. 11: 4).

Er is echter maar één Naam die ons in de hemel brengt, door ons los te maken van de leugenaar. Jesaja profeteert hoe gevangenen bevrijd zullen worden. Zoals Israël de keus kreeg om uit Babel weg te trekken, zo zegt Jezus: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden’ (Joh. 10: 9).

Zo heeft elk mens de keus om Babel te verlaten en door die Deur te gaan. Weg uit gevangenschap, door de Deur van vrijheid. Achter die Deur klinkt een stem, Die ons uitnodigt: ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed…’ (Joh. 10: 10b).

Plaats een reactie

Boek 'Als God Spreekt'

Nu verkrijgbaar:
Bijbels dagboek 'Als God Spreekt'