Tot tweemaal toe benadrukt Jesaja dat Jezus, over Wie hier wordt geprofeteerd, bleef zwijgen, terwijl Hij alle recht had om te spreken. Hij was onschuldig, werd mishandeld en vernederd, maar Hij zweeg. Hij liet het gebeuren.
Vele eeuwen later werden deze woorden werkelijkheid, toen Jezus voor het Sanhedrin stond, voor Pilatus en voor Herodes: ‘En hij ondervroeg Hem met veel woorden, maar Hij antwoordde hem niets’ (Luk. 23: 9).
Soms is het krachtiger en wijzer om te zwijgen, maar hoe snel willen we ons recht halen, als mensen iets van ons vinden? Hoe vaak vinden we het nodig om onszelf te verdedigen, te verantwoorden, te verklaren, uit te leggen wat we hebben bedoeld als we het idee hebben niet te worden begrepen?
Jezus zei: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen’ (Matth. 16: 24).
Jezelf verloochenen betekent: de onderste weg willen gaan. Soms zwijgen terwijl je had kunnen spreken. Soms niet reageren tegen je gevoel of verstand in, omdat je weet dat jouw woorden olie op het vuur zouden kunnen zijn.
Hoe hard hebben we de Heilige Geest hierin nodig! Jakobus zei: ‘Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man’ (Jak. 3: 2). Onze tong is een scherp zwaard, dat we moeten leren hanteren. Dat vraagt zelfbeheersing en fijngevoeligheid, waarin Jezus ons grote voorbeeld is.
‘Heer, zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur van mijn lippen’ (Psalm 141: 3)