Geloven in God waar de bijbel over spreekt, betekent ook geloven in het bovennatuurlijke. Er is een hemel die net zo reëel is als de aarde. Dat we die niet zien betekent niet dat die er niet is. We zien de wind ook niet, maar als er een storm over het land heeft geraasd, dan zien we wel de gevolgen daarvan.
Zo zijn ook de gevolgen om ons heen zichtbaar van de geestelijke strijd die in een andere dimensie plaatsvindt. We worden er dagelijks mee geconfronteerd. In het Oude Testament lezen we daarover in Daniël 10: 13, waar gesproken wordt over engelenvorsten die met elkaar in gevecht zijn. In het Nieuwe Testament spreekt Paulus over de strijd die plaatsvindt in de hemelse gewesten (Efez. 6: 12).
Als er hemelse legers zijn, dan is er ook een hemelse Aanvoerder en in Jesaja wordt Hij aan ons voorgesteld: Onze Verlosser is de Here van de legermachten. Soms mogen mensen een glimp van Hem zien, zoals dat met Johannes op Patmos gebeurde en hij kwam woorden tekort om Hem te beschrijven (Openb. 1: 12-16).
Als we als aardse mensen worden geconfronteerd met het hemelse, dan kunnen we dat niet aan: ‘En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten’ (Openb. 1: 17).
Die Heer is onze Verlosser, en wij mogen ons bij Hem aanmelden om samen op te trekken met die hemelse legermachten. Zoals Daniël op aarde bad en daardoor het leger in de hemel versterkt werd, zo hebben wij op aarde een belangrijke rol. Op onze gebeden komen die engelenlegers in beweging en dat heeft gevolgen hier op aarde.
Laten we onze verantwoordelijkheid onder ogen zien en in dat gebedsleger optrekken! ‘En de Here laat Zijn stem klinken voor Zijn leger uit, want Zijn leger is groot, ja machtig is Hij, Die Zijn woord ten uitvoer brengt’ (Joël 2: 11).