Genade verlenen aan iemand is vergeven wat die persoon niet goed heeft gedaan. We maken allemaal fouten en het zou goed zijn als we elkaar meer genade zouden geven. Dat zou ruimte scheppen en nieuwe mogelijkheden geven voor herstel van relaties, maar ook voor genezing van veel lichamelijke en psychische kwalen.
Gods genade gaat echter nog een stap verder. Hij schenkt niet alleen vergeving, maar Hij maakt ook recht wat krom is. Wij kunnen als mensen het verleden niet veranderen. Als er dingen fout zijn gegaan waardoor we zijn gevallen, kunnen we alleen maar weer opstaan en opnieuw beginnen. Met daarbij de hoop niet weer in dezelfde fout te vervallen. We hebben onze lessen geleerd en zijn een (meestal nare) ervaring rijker.
Gods genade haalt ons uit het slijk van de omstandigheden, maar daar blijft het niet bij. Hij is niet alleen de Hersteller, Hij is ook Jehovah Rapha, de Heler. Stap voor stap wil Hij ons hart genezen van de emotionele pijn die we hebben opgelopen. Daar waar psychologen en dokters niet kunnen komen, daar bewegen zijn helende handen.
Toen Jezus bij Zacheüs op bezoek kwam, schonk Hij hem niet alleen vergeving voor de verkeerde dingen die hij had gedaan, maar Hij haalde ook de geldzucht uit zijn hart. Daardoor werd Zacheüs een ander mens en kon Jezus zeggen: ‘Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen’ (Lucas 19: 9). Zaligheid is de diepste vorm van geluk, redding, verlossing en genezing. Zaligheid betekent dat je ‘gezuiverd’ bent van alles wat krom was in je leven, waardoor het verleden geen rol meer kan spelen en een nieuwe toekomst open ligt. Zoals Jesaja zegt: ‘Vòòr hen is de duisternis veranderd in licht’.
Elke ontmoeting met Jezus is levensveranderend. Dat gebeurde toen met Zacheüs, maar ook met alle andere mensen die Zijn pas kruisten. En dat gaat nu nog steeds door. Jezus in ons verandert niet alleen óns leven, maar door ons heen wil Hij ook anderen in die ruimte brengen. Wij mogen Zijn helende handen zijn. Recht maken wat krom is geweest.
‘Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden’ (Matth. 5: 8, 9).