Een vruchtbaar gebedshuis

Het is dit woord wat Jezus aanhaalde toen Hij bij de tempel aankwam en zag wat mensen ervan gemaakt hadden (Marcus 11: 17). Er werd handel gedreven en geld verdiend. Inmiddels heeft God een andere woonplaats gekozen. Hij verblijft niet meer in een gebouw van steen, maar nu is Zijn Gemeente Zijn tempel geworden en ons hart Zijn huis. Ook nu blijven deze woorden dezelfde betekenis houden, maar zijn we zelf dat gebedshuis geworden.

Het verhaal van de tempelreiniging in Marcus 11 staat in de context van de vijgeboom die geen vruchten opleverde. Dat staat daar niet zomaar. Jezus had honger en verlangde naar de vruchten van de boom, maar de boom leverde niets op. Dan komt Hij bij de tempel en ziet dat het gebedshuis gevuld was met andere zaken. Als we de lijn doortrekken, dan zou je kunnen zeggen dat de vruchten van de Geest pas zichtbaar kunnen zijn in ons leven als we dat gebedshuis willen zijn.

Jezus heeft honger en verlangt als de Bruidegom naar Zijn bruid. Hij verlangt naar ons hart en we mogen ons aan Hem overgeven. Zei Hij niet: ‘Als je in Mij blijft, draag je veel vrucht?’ (Joh. 15: 5). De tempel werd door Jezus ‘schoon geveegd’. Zo wil Hij ook ons hart schoonmaken en wegnemen wat daar niet hoort. Niet om ons te pijnigen of te kwellen, maar zodat we vruchtbaar kunnen zijn. Zoals ranken van de wijnstok gesnoeid moeten worden om grote druiven voort te kunnen brengen. Als gebedshuis zijn we bedoeld om een vruchtbare wijngaard te zijn. Zodat we Jezus die vruchten kunnen geven. Hoor wat de Bruidegom zegt: ‘naar de notentuin ben Ik afgedaald, om de nieuwe knoppen in de vallei te bekijken, om te zien of de wijnstok uitloopt en de granaatappelbomen gaan bloeien’ (Hooglied 6: 11).
Welke vruchten mag Hij van jouw boom plukken vandaag?

Plaats een reactie

Boek 'Als God Spreekt'

Nu verkrijgbaar:
Bijbels dagboek 'Als God Spreekt'