Geen bedelaar meer

‘En hij wierp zijn bovenkleed af, stond op en kwam bij Jezus’ (Marcus 10: 50)
Het bovenstaande vers komt uit het verhaal over de blinde Bartimeüs die door Jezus werd genezen. Een blinde bedelaar, die aan de weg zat toen Jezus passeerde. Jezus werd gevolgd door een grote menigte mensen, dus dat zal hij gemerkt hebben. ‘En toen hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Zoon van David, ontferm U over mij!’ 

Bartimeüs wilde maar één ding; dat hij weer kon zien. Als bedelaar wilde hij geen geld van Jezus, want hij wist wie Jezus was: ‘De Zoon van David’. Dat betekende dat hij Zijn afkomst wist en mogelijk ook dat Hij de Messias zou kunnen zijn. Bartimeüs had in ieder geval gehoord over de wonderen die Hij deed. Zodra hij begint te roepen, hoort Jezus hem en roept hem tot Zich. En dan lezen we: ‘En hij wierp zijn bovenkleed af, stond op en kwam bij Jezus’

Hoe vaak zitten we als bidders net als Bartimeüs als bedelaars langs de kant van de weg? Wachten totdat Jezus langskomt… En misschien hebben we net als Bartimeüs het gevoel dat we moeten roepen, omdat Jezus omringd is door de menigte. Zoveel mensen, zoveel zorgen. En daar zit ik dan met mijn probleem. Kan ik Jezus bereiken? Kan mijn roep tot Hem doordringen? Maar zodra Bartimeüs hoorde dat hij dichterbij Jezus moest komen, wierp hij zijn kleed af. Ook wij hoeven niet te bedelen bij Jezus. We mogen ons ‘bedelaarskleed’ afleggen; dat betekent hetzelfde als wat Petrus later zegt: ‘Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u’ (1 Petrus 5: 7).

Jezus roept ons om dichterbij te komen. We hoeven niet het gevoel te hebben dat Hij ons passeert. Want Hij staat stil en wacht op ons. Bartimeüs kwam met geloof naar Jezus, zodat hij weer kon zien. Ons bedelaarskleed afleggen betekent in de eerste plaats: loslaten. Opstaan betekent dichterbij Jezus komen. We hoeven geen bedelaar meer te zijn, maar mogen onze nood in Zijn handen leggen. ‘Hier is het Heer, dit is mijn probleem, ik geef het aan U’. 

En dan gaat het erom, dat we het bij Hem laten omdat we erop mogen vertrouwen dat Hij voor ons zorgt. Want dat is geloven; ‘Een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet’ (Hebreeën 11: 1).
Bartimeüs kon niet zien, maar zag wel wie Jezus was. En dat is voldoende voor een wonder.

Boek 'Als God Spreekt'

Nu verkrijgbaar:

Bijbels dagboek 'Als God Spreekt'

Exclusief: Gratis bijpassende boekenlegger cadeau!