De woorden van de koning van Assyrië klonken tot de bewoners van Jeruzalem, de stad die hij belegerd had. Het aanbod klonk erg aantrekkelijk, maar zo klinken de woorden van de verleider altijd. Het zijn woorden die onze ego strelen. Het woord ‘eigen’ wordt niet voor niets zo nadrukkelijk genoemd. Het is dezelfde toon en het zijn dezelfde woorden die de slang in het Paradijs tot Eva fluisterde: ‘op de dag dat u daarvan eet, zullen uw ogen geopend worden en zult u als God zijn’ (Gen. 3: 5).
Het waren dezelfde woorden die in de woestijn tot Jezus werden gezegd: ‘ik zal U al deze macht en de heerlijkheid van al deze koninkrijken geven, als U mij zult aanbidden, zal het allemaal van u zijn’ (Luk. 4: 7).
Er gaat een verleider rond in deze wereld die nog steeds probeert ons te misleiden met zijn leugens. Zolang we stil zijn en ons niet bewegen laat hij zich niet horen. Maar op het moment dat God ons inzet in Zijn koninkrijk zal de tegenstander tevoorschijn komen uit een onverwachte hoek. Dan zullen verleidelijke woorden klinken om vooral voor onszelf te kiezen. Dan zal hij ons allerlei mooie dingen voor ogen houden die ons macht en aanzien zullen geven. Een mooie bediening, een groot publiek, een mooie positie, leiderschap, voorname vrienden…. het zal ons allemaal gegeven worden als we een bepaalde door hem voorgeschotelde weg zullen inslaan.
Maar is dat de juiste weg en heeft God daarover gesproken?
Zeker, God wil ons zegenen, en de tegenstander zal ons dat voor ogen houden, maar dan zo dat de aandacht en eer niet naar de Gever gaat. Daarom luistert het nauw om Gods stem te onderscheiden van alle andere stemmen in ons en om ons heen. Wat is de diepste motivatie in ons hart om ergens voor te gaan? Het hart is arglistig en is geneigd om eigen roem en aandacht te zoeken. Bij alles wat we doen zullen we ons hart eerlijk moeten onderzoeken: gaat het werkelijk alleen om Gods eer? Of zijn voordelen voor onszelf aan verbonden?
Gaan wij echt geheel voor Hem?