Mensen kunnen elkaar van alles aandoen. Als er Iemand is Die dat ten diepste heeft ervaren en heeft ondergaan dan is het Jezus wel. Als een Lam dat naar de slachtbank werd geleid, zo heeft Hij dat laten gebeuren. Jesaja profeteert daarover in detail:
‘Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan
Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken
Mijn gezicht verberg Ik niet voor smaad en speeksel’
(Jesaja 50: 6)
Door alle vernederingen heen kon Hij blijven staan en kon Hij zeggen: ‘Ik weet dat Ik niet beschaamd zal worden’. Dat lijkt zo tegenstrijdig, maar Hij wist Zich gedragen door de woorden van de Vader die ooit hadden geklonken: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon’ (Luk. 9: 35). Die woorden hebben Hem de kracht gegeven om het lijden te dragen, zelfs tot in de dood.
Wat kunnen mensen ons aandoen? Hoe diep kunnen woorden inhaken en als pijlen diepe wonden veroorzaken? Toch kunnen we het dragen als we ons geliefd weten door de Vader. Als we weten en ervaren hebben dat we gewild, gekend en geliefd zijn. Het heeft allemaal te maken met het kennen van onze identiteit, dat we weten wie we zijn in Christus.
Als we geestelijk volwassen zijn, dan worden we niet meer heen en weer geslingerd door wat mensen van ons vinden of wat er over ons gedacht wordt. Dan kunnen de scherpste pijlen ons niet raken, want Zijn liefde is als een schild om ons heen.
Dan weten we de betekenis van de woorden die de Geest door Jesaja heen spreekt:
‘Hij is nabij Die Mij rechtvaardigt’ (Jesaja 50: 8)