Ik ben Die Ik ben

Toen Mozes het volk uit Egypte mocht leiden, maakte God Zichzelf bekend als ‘JHWH’, de Naam die later werd uitgesproken als Jahweh, en vertaald wordt als ‘Ik ben’. Die Naam refereerde aan de Naam waarmee God zich ooit aan Abram had voorgesteld: ‘Ik ben JHWH, Die u uit Ur van de Chaldeeën geleid heeft’ (Gen. 15: 7).

Die Naam was bij het volk bekend; God had door die Naam laten zien Wie Hij was. De Naam van God was gekoppeld aan Zijn daden. Daarom noemt de profeet Jesaja opnieuw diezelfde Naam. Op de dag dat Israël verlost zal worden uit Babel, zouden ze Hem herkennen. Hij was immers de God die Abram destijds ook uit Babel had geleid en dezelfde God die hen uit Egypte haalde.

Gods volk kent Zijn Naam. Hij is de ‘Ik ben’ maar ook ‘Ik zal zijn’. Alomtegenwoordig: ‘nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden’ (Psalm 139: 9-10).
Elk schaap kent de herder, niet alleen aan zijn stem, maar ook omdat ze weten wie hij is, hun beschermer, die hen leidt en hen verzorgt.

Onze God heeft vele namen, en in elke Naam openbaart Hij iets van Zichzelf. ‘En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jes. 9: 5). God is niet in één Naam te vatten. Zoals van een diamant telkens een nieuw facet schittert als het licht er op valt, zo laat Hij van Zichzelf telkens iets zien. En Zijn schoonheid en kracht verbazen ons altijd weer opnieuw als Hij tot ons zegt: ‘Zie hier ben Ik’.

Plaats een reactie

Boek 'Als God Spreekt'

Nu verkrijgbaar:
Bijbels dagboek 'Als God Spreekt'