Gods wegen zijn voor de verstandigen een mysterie en voor de wijzen een raadsel. De mens heeft veel kennis vergaard, maar voor het handelen van God blijven zijn ogen gesloten. Jesaja spreekt over de profeten en zieners van zijn tijd: ‘Want de Here heeft over u uitgegoten een geest van diepe slaap. Gesloten heeft Hij uw ogen. Daarom is voor u het visioen van dit alles geworden als de woorden van een verzegeld boek’ (Jesaja 29: 10-11).
Waarom heeft God hen geen inzicht gegeven in Zijn plannen? En waarom is dit ook nog steeds zo in deze tijd?
Slechts een klein deel van Israël herkent in Jezus de Messias. En ook aan het overige deel van de wereldbevolking is veel van Gods Plan nog niet geopenbaard. Veel volkeren hebben hun eigen goden en in de Westerse maatschappij heeft de kennis en ontwikkeling ons misschien wel economische rijkdom, maar zeker ook geestelijke armoe gebracht.
Jezus zegt daarover: ‘Ik dank U Vader, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard’ (Luk. 10: 21). Daarmee bedoelde Jezus niet letterlijk dat Gods openbaring voorbestemd is voor kleuters, maar voor hen die onbevangen zijn als kinderen, voor mensen die niet besmet zijn met de rationele kennis, vreemde goden en gedachtenspinsels van deze wereld.
Gods Koninkrijk is voor de armen van geest. Voor hen die het niet verwachten van zichzelf, of van mensen met een grote naam, maar van Gods Geest alleen.
Alleen wanneer we onze gedachten ondergeschikt maken aan een onbevangen, kinderlijk geloof zullen we meer zien van Zijn wonderlijke daden. Dan zijn ook wonderen niet uitgesloten. Veel te vaak staat ons rationeel denken en onze kennis een wonder in de weg. Laten we nooit vergeten dat onze God een God van wonderen is.
Wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed’ (Psalm 139: 14)