Bij God mogen we ons ’thuis’ voelen. We zijn geen vreemdelingen, maar kinderen van de Vader. We hoeven ons niet beter voor te doen dan we zijn, we mogen onszelf zijn. Hij is onze Vader en onze Vriend. Een echte vriend accepteert je zoals je bent en is open en transparant. Echte vrienden delen elkaars dromen en verlangens. Jezus zei: ‘Ik noem u niet meer slaven, maar Ik heb u vrienden genoemd omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekend heb gemaakt’ (Joh. 15: 15). Onze Vader en Vriend houdt niets voor ons verborgen, maar laat Zich kennen en maakt Zijn wil en verlangen aan ons bekend.
‘Mijn huis en binnen Mijn muren’ heeft niets te maken met een gebouw, maar wil zeggen dat God ons in Zijn hart gesloten heeft. We zijn voor Hem geen individu of nobody, we zijn niet één van de velen, we gaan niet op in de massa, maar Hij heeft ons een naam gegeven. Hij kent ons bij naam en roept ons bij die naam (Joh. 10: 3).
De vraag van Hem is of die liefde wederzijds is en dat Hij bij ons een plek kan vinden waar Hij Zijn hoofd kan neerleggen. Dat Hij Zich ook thuis mag voelen bij ons, niet dat Hij af en toe op visite mag komen op een bepaald tijdstip of op een bepaalde dag. Thuis staat de deur altijd open, zo is dat ook bij Hem. Er is geen ‘voorhangsel’ meer, maar Hij heeft ons een plek gegeven waar we voor altijd mogen blijven.
In Zijn huis is de plek waar we Hem steeds beter leren kennen en waar Hij ons een spiegel voorhoudt zodat we ook onszelf beter gaan zien. In Zijn huis zien we hoe Hij ons gemaakt heeft en wat Hij in ons heeft gelegd. Daar zien we wat de naam betekent die Hij ons heeft gegeven, en welke bijzondere bestemming Hij met ons voor ogen heeft.
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.
(Psalm 23: 6)