Wanneer sta je beschaamd? Als je tekort geschoten bent of als anderen niet aan je verwachtingen hebben voldaan. In het scheppingsverhaal lezen we: ‘En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet’ (Gen. 2: 25).
Alles was volmaakt, transparant en open. Er was niets verborgen, er waren geen teleurstellingen of tekortkomingen. Niets hoefde bedekt te worden.
Na de zondeval werd dat anders. Adam en Eva verborgen zich voor God. Op het moment van ongehoorzaamheid bemerkten zij dat ze naakt waren, ‘zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten’ (Gen. 3: 7). Schaamte komt voort uit schuld en die schuld veroorzaakt angst. Dat is wat Adam ook uit naar God toe: ‘Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij’ (Gen. 3: 10).
Religie wil ons gevangenhouden in die schuilplaats. Het wil ons vastzetten door telkens weer een schuld op te leggen. Religie wijst op onze tekortkomingen en probeert ons ervan te overtuigen dat we ‘de hemel moeten verdienen’. Het laat ons zwoegen en zweten. Maar genade zet mensen vrij en plaatst ze in de ruimte!
De kracht van het evangelie is dat Jezus de schande heeft gedragen en de schuld heeft weg genomen. We hoeven ons niet meer voor God te verstoppen. Sterker nog, God roept ons tevoorschijn, zoals Hij toen Adam riep: ‘kom Mijn allermooiste, Mijn duif in de kloven van de rots, in de schuilplaats van de bergwand… (Hooglied 2: 14).
Wat een vreugde klinkt er door de woorden van Jesaja: ‘de schuld is uitgewist, voor eeuwig! Er zal geen schaamte meer zijn, nooit meer! We mogen tevoorschijn komen! Laten we in de ruimte gaan staan die God ons geeft, daarvan genieten en dankbaar zijn! Dat is vrijheid! Woorden schieten tekort….