Er zijn mensen die de gave hebben om goed te spreken. Johannes Brugman bijvoorbeeld was een pater die als een goed redenaar de geschiedenisboeken is ingegaan. Zo zelfs, dat er nu nog over een goede spreker gezegd wordt: ‘hij kan spreken als Brugman’. In de bijbel komen we ze ook tegen, zoals sommige profeten die zeer krachtig Gods woorden konden proclameren.
Ook van Jezus werd gezegd dat Hij sprak met gezag en autoriteit. Duizenden mensen volgden Hem, niet alleen vanwege de wonderen die Hij deed, maar ook omdat Hij sprak als geen ander.
In de bijbel vinden we echter ook anderen, die deze gave niet hadden. Mozes bijvoorbeeld was een stamelaar, of zoals hij dat van zichzelf zei: ‘ik spreek onduidelijk en moeizaam’ (Ex. 4: 10). Maar het was voor God geen belemmering om hem naar Farao te zenden. Gods reactie was: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Nu dan Ik zal Zelf met uw mond zijn, en u leren wat u spreken moet’ (Ex. 4: 12).
God doet wonderlijke dingen. Hij gebruikt stamelaars als diplomaten en ongeletterde vissers als evangelisten en ambassadeurs van Zijn Koninkrijk.
Paulus zei van zichzelf: ‘mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht’ (1Kor. 2: 4).
Daaruit is te begrijpen dat Paulus niet een man was van het woord, maar dat hij wel een bruikbaar instrument was voor God, vanwege de Geest die krachtig door hem heen kon werken.
En zo doet God het nog steeds. Zoals Hij Mozes en Paulus in kon zetten, zo wil Hij dat doen met jou en mij. Of we nu voor een zaal vol mensen staan, in een kleine groep of met iemand samen, door ons getuigenis kan Zijn Geest de harten raken. En daar gaat het om. Wij kunnen geen mensen bekeren door veelheid van woorden of door mooie verhalen. Alleen de Geest kan een hart overtuigen.
Daarom hoeven we niet onzeker of bang te zijn omdat we geen woorden zouden hebben. Als het erop aan komt zal Hij onze tong aanraken. De woorden van Jezus gaan nog steeds op: ‘wees dan niet bezorgd hoe of wat u ter verdediging moet zeggen of wat u moet spreken. Want de Heilige Geest zal u in dat uur leren wat u moet zeggen’ (Luk. 12: 12).
Laat daarom alle schroom maar van je afvallen en vertrouw op Gods Geest die door jouw woorden heen wil werken. Je stem mag gehoord worden, je woorden mogen klinken. Je mag een de bedding zijn waardoor Zijn rivier mag stromen. ‘De stem van de Heer is boven de wateren’ (Psalm 29: 3).