(Studie Cees Klepper – Glory Ministries miniconferentie Arise & Shine Ommen 5-5-2007)
Toen ze verder trokken ging Hij een dorp in, waar Hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar Zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen (Lucas 10: 38-42 NBV)
Lucas 10 is het overbekende bijbelgedeelte van de hardwerkende Marta en haar zuster Maria die er voor koos aan de voeten van Jezus te zijn. Een prachtig voorbeeld om aan te geven waar het in het leven werkelijk om draait. Immers de Here Jezus zegt het zelf heel duidelijk in vers 42: Er is maar één ding noodzakelijk…
Ik denk dat we allemaal heel goed weten wat het belangrijkste in het leven is. Het gaat er dan ook niet zozeer om wat we weten, maar wat we er mee doen.
De inzet van Marta was toch niet verkeerd? Zij was gastvrij, ze was aan het dienen, maar daar staat bij: ze was helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten.
(In de grondtekst staat dat zij overbelast werd door de vele zaken om haar heen)
Het was teveel voor haar en ze kon het eigenlijk niet aan, en dan ziet ze ook nog dat haar zuster “niets doet” en dat irriteert haar mateloos.
Herkennen we dat? Dat je helemaal in beslag genomen wordt door datgene wat gedaan moet worden. Dat je eigenlijk geen oog meer hebt voor andere dingen. Er is één ding wat gedaan moet worden en daar geef je jezelf aan over. En dan lijkt het altijd alsof anderen er de kantjes bij aflopen. Het gevolg is dan dat je gaat mopperen. Marta deed dat ook.
En dan zegt Jezus: Je maakt je veel te druk…Er is maar één ding noodzakelijk.
Geestelijke intimiteit
Het gaat God niet in de eerste plaats om onze werken. Natuurlijk: Jacobus zegt dat geloof zonder werken niets voorstelt, maar als je goed leest, dan zegt hij dat je moet doen wat je gehoord hebt. Jezus deed ook alleen maar datgene wat Hij de Vader had zien doen.
We zullen ons zelf dus eerst tot rust moeten brengen om te horen, voordat we doen.
En dat is niet eenvoudig.
God heeft altijd verlangt naar intimiteit met Zijn kinderen. En de Bruidegom (Jezus) verlangt naar intimiteit met Zijn Bruid (Zijn gemeente).
Geestelijke intimiteit heeft een hoge prioriteit bij God en daarom heeft Hij dit verlangen in de harten van mensen gelegd. Ieder mens heeft een gat wat alleen God kan vullen.
De kerk van tegenwoordig heeft deze intimiteit verleerd en vervangen door een goedkoop surrogaat van religie en formaliteit. In de programma’s en liturgieën is God op afstand gezet, zogenaamd uit eerbied, maar misschien meer uit angst vanuit een verdraaid Godsbeeld.
Intimiteit met God komt niet automatisch, het vraagt toewijding en overgave. Het kost je tijd, geduld, volharding. En heel vaak missen we de intimiteit met God omdat we niet weten hoe we dit mogen beleven. We zijn het verleerd.
We leven in een tijd dat alles heel snel gaat. Als we geld willen hebben, trekken we het uit de muur, als we eten willen hebben zetten we het in de magnetron, of we gaan naar een drive-in.
Alles gaat snel, want tijd is geld.
Onze gebedstijd is vaak te vergelijken met “even snel boodschappen doen”, al dan niet met boodschappenlijstje. We haasten ons de winkel in en zoeken snel de zaken op die we nodig hebben en snellen door naar de kassa.
Is dat onze gebedstijd? We hebben onze vragenlijst al klaar liggen en we zenden onze gebeden op naar Hem. Terwijl het woord wat bij voorbede wordt gebruikt in de grondtekst letterlijk betekent: ONTMOETING.
Als je gebeden hebt, kun je dan achteraf echt zeggen dat je een ontmoeting hebt gehad met de Allerhoogste God? Dat je gemeenschap met Hem hebt gehad, zoals een man en vrouw gemeenschap hebben met elkaar? Dat je geniet van Hem en Hij van jou? Daar gaat het in de eerste plaats om. Er is maar één ding noodzakelijk…
Een plaats waar God woont
Aan de voeten zijn van Jezus betekent “thuis komen bij God”. Paulus noemt ons huisgenoten
van God (Ef. 2: 19). Dat zegt iets over onze bestemming; ons thuis is bij God. We mogen bij Hem wonen en wat nog belangrijker is: Hij wil bij ons wonen. Wat betekent dat?
Misschien denken heel veel mensen aan later; aan ons huis in de hemel. Natuurlijk, door het geloof in de Here Jezus mogen we straks voor eeuwig bij Hem zijn, maar toch spreekt
Paulus in de Efezebrief niet over de hemel. Hij spreekt in de tegenwoordige tijd. We zijn huisgenoten van God…
In het Johannes evangelie zegt de Here Jezus:
In het huis van Mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben.
(Johannes 14: 2,3 NBV)
Het woord wat hier met kamers is vertaald betekent letterlijk “verblijfplaats” of, zoals de Engelse vertaling het zegt: een “mansion” of nog beter vertaald; een “dwellingplace” en dit woord geeft iets weer van: een plaats om tot rust te komen, een plaats om te overpeinzen.
Aan de voeten van Jezus mogen we tot rust komen en opnieuw gevuld worden met kracht, liefde, vreugde, blijdschap. Alle vruchten van de Heilige Geest mogen in ons besproeid worden zodat ze naar buiten zichtbaar kunnen worden.
Als Paulus spreekt over “huisgenoten van God”, dan vergelijkt hij ons met een huisgezin, waarvan God de Vader is. Samen mogen we bij God wonen en wil God bij ons wonen; één grote familie dus. Laura Woodley (een Canadese aanbiddingsleidster) zei een tijdens een conferentie dat we als Gods familie allemaal bij de Vader op schoot mogen komen. Een aardse vader kan hooguit twee of drie kinderen tegelijkertijd bij zich hebben, maar God de Vader heeft een grote schoot waarop we allemaal plaats mogen nemen.
De vraag die we ons moeten stellen is: Woont Hij inderdaad bij ons? Of mag Hij alleen af en toe op bezoek komen…?? Wanneer het ons uitkomt; wanneer wij Hem nodig hebben. Maar Hij verlangt voortdurend naar ons…
Wat mij altijd treft zijn de woorden van Jezus als Hij vertelt dat Hij geen plaats heeft om Zijn hoofd neer te leggen. (Lucas 9: 58)
Toen we in 2004 in Toronto op de conferentie “Show me Your Glory” waren, heeft deze opmerking van de Here Jezus ons ontzettend geraakt en legde de Heilige Geest een last op ons hart om voor Hem een plaats te maken. Een plaats waar de Bruidegom Zijn hoofd kon neerleggen bij Zijn Bruid.
We hebben twee jaar lang wekelijks een plaats gemaakt in onze gemeente, waar we ruimte hebben gegeven om die intimiteit tussen Bruid en Bruidegom te beleven. We hebben geweldige momenten met Hem beleefd, maar het ging voorbij omdat we bemerkten dat mensen het moeilijk vonden om tijd hiervoor vrij te maken.
Het thema van de avonden was: Heb je tijd voor Mij? En dit was tevens het probleem en de vraag die nog steeds gesteld kan worden; Waaraan geven we prioriteit of beter prioriTIJD? Jezus zegt: Er is maar één ding noodzakelijk…
Soaking
Een woord wat voor ons de laatste jaren een begrip is geworden, maar ook nog veel mensen de wenkbrauwen doet fronsen is: Soaking.
Soaken betekent letterlijk: Doordrenkt worden van Gods liefde. Je neerleggen in Zijn Aanwezigheid, de Heilige Geest uitnodigen en je overgeven aan Hem. Tot rust komen bij God.
In feite is soaking heel Bijbels. David zegt in Psalm 23:
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
Hij voert mij aan rustige wateren; Hij verkwikt mijn ziel
En in Psalm 131:
Immers heb ik mijn ziel tot rust en stilte gebracht
als een gespeend kind bij zijn moeder;
als een gespeend kind is mijn ziel in mij.
Er zijn nog veel meer tekstgedeeltes waaruit je mag opmaken dat “soaken” of tot rust komen bij God een Bijbels vertrouwd gegeven is. Wij hebben persoonlijk geleerd om veel tijd te besteden aan momenten waarin we ons neerleggen en ons hart openen terwijl we rustige aanbiddingsmuziek tot ons laten komen. We ademen deze aanbiddingsmuziek in en we ademen het uit en komen op die manier zelf tot rust maar tegelijkertijd wordt ons hart op Hem gericht.
Vergelijk het met Esther die zich eerst moest baden voordat ze bij de koning kon komen.
We bemerken ook altijd dat onze voorbede krachtiger is nadat we eerst een tijd van soaking hebben genomen. Met “krachtiger” bedoel ik dan: dat we merken dat de Heilige Geest ons meeneemt in voorbede, zoals dat staat in Romeinen 8: 26. Hij komt ons te hulp in onuitsprekelijke verzuchtingen omdat Hij weet hoe we moeten bidden.
Iedereen is uniek gemaakt en iedereen beleeft de initimiteit met Jezus dus op een unieke manier. Sommigen vinden het heerlijk om bij Hem te liggen zoals Johannes bij Hem lag (Johannes 13: 23) of zoals Ruth bij Boaz lag. Anderen hebben het verlangen zich te uiten in muziek, dans of schilderkunst.
Alles is mogelijk want Hij verlangt ernaar om Zijn Bruid te koesteren en Hij geniet als zij zich onbevangen aan Hem geeft.
Soaken heeft alles te maken met onbevangen bij Hem zijn; Ons hele hart, ziel, wil en emoties zijn daarbij betrokken. Als Nederlanders hebben we daar vaak moeite mee, omdat we ons vaak schamen om onze emoties te laten zien.
Emotie is de taal van onze innerlijke mens. Het is een vorm van communicatie dat krachtig kan laten zien hoe intens we de dingen innerlijk beleven. Onbegrensde emotie stelt ons in staat om op een vrije, spontane wijze Gods liefde te beantwoorden en die geestelijke intimiteit met Hem te beleven. (2 Kor. 3: 17 waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid)
Zes dagen voor Pesach ging Jezus naar Betanië, naar Lazarus die hij uit de dood had opgewekt. Daar hield men ter ere van hem een maaltijd; Marta bediende, en Lazarus was een van de mensen die met hem aanlagen. Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis. Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die hem zou uitleveren, vroeg: ‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit. Maar Jezus zei: ‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis; de armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.’ (Johannes 12: 1-8 NBV)
De maaltijd waar Jezus bij aanwezig was speelde zich af nadat Lazarus was opgewekt uit de dood (Joh. 11). Lazarus had een enorme ervaring gehad, maar wat doet hij dan? Hij is niet gestart met een “Lazarus Opwekkingscampagne”. Nee, er staat letterlijk dat Lazarus één van de mensen was die met Jezus aanlagen. Hij was zo dicht mogelijk bij Jezus. Hij hield maaltijd met Hem. Wat doen wij als we een enorme “Godservaring” hebben gehad? Gaan we iets organiseren om dat maar te vertellen? Of zoeken we de Here Jezus op om dicht bij Hem te blijven? Eerst horen, dan pas doen…
En dan komt daar in eens Maria binnen…
Maria gaf onbevangen haar liefde aan Jezus en liet haar emoties de vrije loop. Ze droogde de voeten van Jezus af met haar haren.
Ze durfde zichzelf kwetsbaar te maken omdat de liefde voor Jezus boven alles ging. Dat is
verbrokenheid. En alleen door gebroken vaten kan God Zijn glorie naar buiten laten zien.
Religieuze mensen veroordelen dat; kijk maar naar de reactie van Judas. Zijn woorden lijken mooi; het geld van de olie kon aan de armen gegeven worden.
Religieuze reacties lijken altijd mooi aan de buitenkant, maar ze komen voort uit een boos en veroordelend hart. En dat is niet het hart van Jezus.
Durven wij zo verbroken te zijn en ons neer te leggen bij Hem? Durven wij ons zo aan Hem te geven en ons niet te storen aan wat andere mensen zouden kunnen zeggen?
Laten we ons als Zijn gezin, Zijn Bruid niet schamen als we samen aan Zijn voeten zijn en ons uitstrekken naar onze Bruidegom.
Ik sliep, maar mijn hart was wakker.
Hoor! Mijn lief klopt aan! ‘Doe open, zusje, mijn vriendin,
Mijn duif, Mijn allermooiste.
Mijn hoofd is nat van de dauw, Mijn lokken vochtig van de nacht.’
‘Maar ik heb mijn kleed al uitgedaan, moet ik het weer aandoen?
En ik heb mijn voeten al gewassen, moet ik ze weer vuil maken?’
Mijn lief stak Zijn hand naar binnen, een siddering trok door mij heen – om Hem!
Toen sprong ik op, ik ging Hem opendoen.
Mijn handen dropen van mirre, mirre vloeide van mijn vingers
op de grendel van de deur. En ik deed open voor mijn lief…
Heer Jezus kom en woon bij mij;
hier is een plaats waar U Uw hoofd kunt neerleggen
Hier is een plaats waar U mag wonen
Hier is een plaats om bemind, geliefd en aanbeden te worden
Kom en leg U neer
Niets kan me van U afhouden
Ik geef me aan u zonder reserve en zonder voorbehoud
Kom en woon bij mij
Hier ben ik voor U alleen…
© Copyright 2007 Glory Ministries